Page 115 - Tegendraads
P. 115

 ZESDE AkTE
ETkA EDSEZ
Groningen
“In de tijd dat ik er aan de slag ging was Groningen de culturele hoofdstad van het Noorden en daarmee de basis van de kunst en cultuur in Noord-Nederland. In de jaren negentig werkte ik als fotograaf zo nu en dan voor de dienst Ruimtelijke Ordening. Daar zaten een paar medewerkers die geen stenen stapelden of nota’s schreven, maar als een soort bacteriën door de dienst zwierven. Ze hadden tot doel om mensen vrij te leren denken en zo nieuwe visies mogelijk te maken. Een aantal van hen is vrij snel naar de Randstad vertrokken. Dat is overigens vaak het probleem van een stad als Groningen. De beste mensen vertrekken uiteindelijk. Een ervan was planoloog Luuk Oost. Ik had eerder met hem gewerkt en nu planden we een project over nieuwe stadswijken in Groningen en hoe je daar tegenaan kunt kijken. Tijdens elk gesprek legden we de voeten op tafel, keek hij naar mijn foto’s, en hadden we het over architectuur. Groningen was toen immers een stad van de architectuur. Er zijn bijzondere wijken gecreëerd.
Maar we bespraken vooral, als een soort dominees, de wereld en waren trots op Groningen.
Deze mooie manier van werken had de sfeer van wat men binnen de wetenschap fundamenteel onderzoek noemt. We voelden dat het anders en beter kon en we waren oprecht zoekende. Aan mij werd gevraagd wat ik ervan vond, want men wist dat ik als fotograaf anders keek dan anderen.
Decennia later sprak ik een ambtenaar van de dienst. Het ging over getallen en cijfers. Noorderlicht moest meer kwantificeren, want dat gebeurde elders ook. Ik merkte op dat er toch wel veel was veranderd in de laatste jaren en refereerde aan de benen-op- tafelgesprekken, die ik indertijd had met Luuk Oost. Gesprekken waar we van elkaar leerden en elkaar vrijheden gunden. Oost bleek zijn eerste baas te zijn geweest. Hij
| 113



























































































   113   114   115   116   117