Page 66 - De bloei voorbij
P. 66

64 | Macht en zichtbaarheid “Macht is een geschikt thema voor Noorderlicht. Je moet het als geëngageerde kunstinstelling niet alleen hebben over arm en rijk. Want daarachter zit de ware machtsvraag. Philips maakte vroeger ook al veel winst, maar een groot deel daarvan werd besteed aan huisvesting van de arbeiders, sportverenigingen, enzovoort. Nu gaat het in het bedrijfsleven alleen nog maar om zoveel mogelijk productie met zo weinig mogelijk mensen. Hoe meer ZZP’ers, hoe wenselijker dat is voor het grootkapitaal, want dan hoeft men onder andere geen pensioenpremies te betalen. Die beroepsgroep zal gestaag blijven groeien en zal een ongelukkigere samenleving met zich meebrengen. Dat zie je alleen al aan het feit dat veel dertigers al een burn-out hebben. Ze hebben geen enkele zekerheid meer. Een tentoonstelling over dit fenomeen zou nuttig zijn, want dat is over drie of vier jaar nog steeds actueel. Een probleem is dat dit soort thema’s niet echt zichtbaar zijn. Je ziet aan mensen niet of ze ZZP’er zijn, een vast contract hebben of bijstandsmoeder zijn. Het is ook lastig dat fotografen hun brood niet meer kunnen verdienen met dit soort fotografie, er is amper nog een fotograaf bezig met hoe de essentie van de samenleving in beeld kan worden gebracht, want de samenleving vraagt niet meer naar reflectie. Die is hooguit cynisch.” Studentgevraagd onderwijs “De winnaar van de Zilveren Camera 77 laat zien dat je het menselijke heel goed in beeld kunt brengen. Die man heeft die prijs gewoon verdiend. Het laat aan de andere kant ook weer de waan van de dag: dat alle beeldende kunst moet dienstbaar zijn aan maatschappelijke elementen. Het gaat niet meer over de integriteit van de beeldende kunst. Ik kom dat nu tegen bij de popacademie, waar ik als docent werk. Studenten moeten zich vier jaar lang in vrijheid ontwikkelen. Studentgevraagd onderwijs’ heet dat. De student moeten een assessment doen en een hun persoonlijke ontwikkelingsplan, een POP, schrijven. In een van die POP’s stond: ‘Ik wil portretten maken, ik wil met modellen gaan werken.’ Ik heb met die student een aantal gesprekken gevoerd. Ze vertelde dat ze ook iets wilde doen met surrealisme, met dromen. ‘Maar dat staat er niet in’, zei ik tegen haar. ‘Je hebt het goed geformuleerd, maar wat je daar schrijft kan iedereen zeggen. Iedereen maakt wel eens een foto van een mens en iedereen komt wel eens iemand tegen die je een model kunt noemen. Maar we zitten hier op een hbo-opleiding en ik wil weten wat je hier gaat doen, anders heb ik geen toetsbare criteria aan het eind.’   


































































































   64   65   66   67   68