Page 65 - Tegendraads
P. 65

die volledig door Noorderlicht was gefinancierd mocht ik dus - niet eens met privé-geld - een exemplaar kopen.
Een toevallig passerende educatief medewerker hoorde ons ongerief over deze
gang van zaken. Er was nauwelijks uitleg nodig. Ze herkende het blijkbaar en zei: ’Ik heb vanochtend van de directie een exemplaar gekregen. Dat mogen jullie wel hebben. Loop maar even mee’.
In het management team was afgesproken dat het Fries Museum voor de muzikale omlijsting tijdens de opening zorgde. Modern en ‘jazzy’ zou het worden. Het muzikale trio dat was had ingehuurd had echter een begrafenis nog niet kunnen opvrolijken.
De zondag van het openingsweekend was er op de begane grond een Fries Smartlappen festival georganiseerd. Het kijkt niet prettig naar ‘foto’s van over de wereld’ als er door alle zalen van het museum een oorverdovend smartlappengeluid klinkt. Had men zich dat niet gerealiseerd?
Deze laatste grote editie van Noorderlicht in het Fries Museum was ook voor mij persoonlijk een ramp. Ik twijfelde oprecht aan de professionele inbreng van Noorderlicht. Hadden wij fouten gemaakt? Wat hadden wij anders moeten doen? Hadden wij meer moeten managen? Het zijn reflectieve vragen die op zichzelf opportuun zijn.
Op de dag van een interview met directer Kris Callens in de Leeuwarder Courant vijf jaar later 73 viel het kwartje. Het was niet Noorderlicht dat niet meer straalde, maar het museum dat zijn glans had verloren. In het interview stelt Callens vastgeroeste patronen en iconen ter discussie. Jammer dat hij niet de directe opvolger van Wim van Krimpen was. Hij gooide de deuren open en liet de verbeelding weer toe met exposities van Éric van Hove 74 en Neo Matloga 75. Hoe mooi en verrassend kan een museum zijn!
Noodzaak van de serie
“Het werk van een fotograaf is wel of niet interessant vanwege zijn vorige, zijn huidige en zijn toekomstige fotoserie. Niet door een foto op zichzelf. Een enkel beeld kan een emotie tonen, maar geen verhaal vertellen. Het mooie van Sebastião Salgado’s eerdere werk is dat hij daarmee een verhaal vertelt. Net als bijvoorbeeld het boekje van Kadir van Lohuizen over diamanten 76. Hij laat zien waar ze gedolven worden en aan het eind van het boek zie je wie ze draagt. Mooi dat je zoiets met fotografie kunt laten zien.
De noodzaak van de serie geldt ook voor Noorderlicht als culturele instelling. Het gaat er niet om of een bepaalde fotograaf getoond wordt in de context van Noorderlicht. Het gaat erom of zijn werk een aanvulling is op het reeds getoonde en of het anticipeert op wat nog gaat komen. Het gaat om de dialoog tussen de verschillende tentoonstellingen.”
| 63
    























































































   63   64   65   66   67