Page 4 - Riet
P. 4


GEWOON RIET, PHRAGMITES COMMUNIS

In de jaren negentig verhuisden we vanuit Groningen naar de Stellingwerven. Officieel ‘hoort’ het bij de provincie Friesland, maar het land tussen de regenriviertjes de Tjonger (of Kuinder) en de Linde, die beiden in Drenthe ontspringen, hoort daar niet echt bij. Stellingenwerven, gelegen op de grens van Friesland, Groningen en Drenthe, is met zijn eigen dialect, het Stellingwarfs, vooral op zichzelf. Hier zegt men niet tot ziens, oant sjen, moi of ‘t goeie, maar tot kiek es.

Als Limburger moest ik begin jaren ’80 wennen aan de eindeloze leegte van het Groningse Hogeland; daar waar de einder immer in zicht is. Zwervend langs de dijk werd in de loop van de jaren die weidsheid mijn kompas. Nimmer had ik gedacht, dat het kunnen zien van die verre horizon ook mijn fotografische blik fundamenteel zou bepalen. De nieuwe natuur van de Stellingwerven, die eerst zo uitdagend leek, bleek een bron van frusmtratie. Het was onmogelijk haar in één beeld te vangen.

Met dank aan het riet, voelde ik me jarenlang fotografisch dakloos in deze natuur. Ik miste de ruimte onder de horizon; die was er niet. Eindeloos heb ik gezocht naar de schoonheid van dit nieuwe, door het rijk gesubsidieerde, cultuur- en natuurlandschap. Ik zag het niet. Wat ik zag waren slechts verticale obstakels. ‘Reit’ noemen ze het hier. Overal waar ik onze honden - Think en later Meis - uitliet vervuilde dat vermaledijde verticale riet mijn fotografische beeld op de horizon. In Nationaal Natuurpark Weerribben-Wieden-Rottige Meenthe en Brandemeer viel simpelweg niet te fotograferen. Waar je ook liep of bootje voer, overal zijn hoge aaneen gesloten wanden wuivend riet. Dat wij hier sinds enkele jaren deel uit maken van dat nationale park hebben we te danken aan de houtkoolschets van Jan Pronk. Met zijn 4e nota ruimtelijke ordening werden de contouren gelegd voor een nieuwe ecologische hoofdstructuur.

   2   3   4   5   6