Page 48 - De bloei voorbij
P. 48

   46 | broeien en te leven in de maatschappij. Datzelfde geldt voor het Suikerproject 59 en Act of Faith 60. Het waren projecten waarin we inspeelden op een te verwachten ontwikkeling, een tendens, een maatschappelijke ontwikkeling, waarvan we verwachtten dat hij problemen ging opleveren. Het is in mijn beleving misgegaan toen de rol van de fotografie door de komst van internet en Facebook veranderde. Als je als instelling wilt reflecteren op de wereld, ontkom je niet aan thema’s als Facebook en nepnieuws. Het is echter een wereld die niet uitblinkt door goede fotografie. ‘Data Rush’, de door Wim Melis heel knap samengestelde manifestatie van Noorderlicht over privacy 61, is daarvan een voorbeeld. Over zo’n thema kun je niet anders dan slechte fotografie tonen, want er is niets anders. Vanaf dat moment is de echte fotografie beginnen te verdwijnen.” Broedplaatsen “Die zogenaamde broedplaatsen, waarin talent kan experimenteren en tot ontwikkeling kan komen, zijn volgens mij de dood in de pot. Het gaat slecht met de beeldende kunst in Groningen, omdat alles in broedplaatsen moest worden ondergebracht. Tonnen zijn in gebouwen en infrastructuur gestopt, maar er is niets uit voortgekomen. De Puddingfabriek 62 moest als broedplaats fungeren, maar dat is niet gebeurd. Net als het Biotoop 63. Er zitten een aantal vernieuwende elementen is, maar voor de rest stelt het weinig voor. Het probleem van broedplaatsen is dat er meestal geen professoren rondlopen. De Rijksacademie voor Beeldende Kunst is wat dat betreft een uitzondering. Die doet het fantastisch als broedplaats, omdat er hooggeleerde en ervaren personen werken die de jongeren vertellen hoe het moet. Waar vind je in Groningen dergelijke plaatsen? Het zijn bijna altijd plekken waar je jonge mensen zonder ervaring neerzet en laat spelen. Maar er is geen leiding, geen richting, dus is er voor de studenten niets waartegen zij zich af kunnen zetten. Dat hoor ik ook mijn studenten aan de Popacademie: ‘Die docenten hebben geen eigen mening. Ze vinden het allemaal wel tof. Als er maar wat ligt.’” Act of Faith “Bij Noorderlicht hoefde je je niet aan afspraken te houden. Dat wist iedereen. Als je zeker weet dat je het beter kunt dan ga je niet overleggen, maar dan ga je het gewoon doen. Dat is een heel risicovol, maar wel bewust beleid. Mensen vinden dat een zwakte van mij, maar dat is niet terecht. In het geval van ‘Act of Faith’ ging het een kant op waar ik niet achter stond. Ik heb mij teruggetrokken en gezegd: ‘Ga ermee door, maar ik ben niet verantwoordelijk voor het resultaat.’ Ik ben samen met onder anderen IJsbrand van    


































































































   46   47   48   49   50